Tekentafel

 

Equinox over het ontstaan van ‘Renascarrh’

Het begon op een stormachtige donderdagavond ergens in oktober 2010. Ik luisterde naar Breaking Benjamin’s “Away”, toen ik haar voor het eerst ontmoette. Ik heb nooit naar haar gezocht, noch naar haar gevraagd, maar toch kwam ze naar mij toe. Technisch gezien heb ik haar nooit ontmoet, aangezien ze slechts een personage is dat ik zelf heb bedacht, maar om dit voor mijzelf (en voor de lezer) overzichtelijk te houden, stel ik mij graag voor dat ik mijn personages ontmoet.

 

Ik voer denkbeeldige gesprekken met ze, alsof ze in mijn werkkamer zitten en ik ze allerlei vragen kan stellen. Wanneer een verhaal nog in de maak is, weet ik vaak niet significant veel meer dan zij zelf. Ook heb ik meerdere verhalen geschreven die meer dan één verteller hebben, toch weet ik als schrijver gedurende het proces nog niet alles.


Zo was het ook met haar. Toen ik haar voor het eerst voor me zag, in mijn hoofd, was ze een vreemde voor mij. Toch voelde het alsof ik haar herkende. Ze noemde haar naam en toonde mij wat ze was. Het meisje vertelde dat ze op de vlucht was voor iemand. Wie die persoon was heeft ze toen niet verteld, maar wanneer hij haar zou vinden, dan zou hij haar doden. Of erger.


‘Erger?’ vroeg ik mij af. Al snel besefte ik dat gevangenschap erger kan zijn dan gedood worden. Haar gezichtsuitdrukking sprak daar boekdelen over. Ze had de hoop nog niet opgegeven, maar ze wist dat de problemen waar ze in zat groter waren dan zij kon oplossen. Gek genoeg wist ik dat ook.

 

Diep vanbinnen wist ik dat ze naar mij was gekomen met een vraag. Ze wilde – nee, ze had mij nodig – om haar verhaal te vertellen. Volgens haar kon alleen ik dat, en met dat ze mij de mogelijkheid gaf te ontdekken wat haar verhaal was, kreeg ik ook de macht om over haar lot te beslissen.

 

Als schrijver en muzikant ben ik geneigd te denken in termen van woorden en geluiden. Zelden zie ik iets daadwerkelijk voor mij als een plaatje. Maar haar… ik zag niet alleen haar, maar ook waar ze was. Haar hele verschijning had iets geheimzinnigs, maar het was desalniettemin een mysterie dat ik wilde onthullen. Ik twijfelde of ik wel capabel was voor zo’n taak, maar zij wachtte geduldig op antwoord. Ze bleef me aankijken met die heldergele ogen. Haar blik was niet indringend, maar was eerder smekend.

 

Toen ik haar ontmoette was ik met een ander project bezig, en eigenlijk wilde ik haar vertellen dat ik geen tijd had voor haar. Ik had het immers al druk genoeg. Ze vroeg mij me om te draaien. In gedachten deed ik wat ze had gevraagd en ik zag een gezicht dat leek op dat van haar, al had het een andere kleur. Ook de ogen waren anders. Zonder te vragen, kende ik zijn naam: Ezrathan. Dat hoort niet mogelijk te zijn, toch? Ze vertelde mij dat ik er niet persoonlijk bij betrokken zou raken; hij zou mijn handen en voeten zijn in mijn ontdekkingstocht.

 

Boek Renascarrh02

 

“Vind ons,” zei ze. “Wij speelden het klaar jou te vinden, dus andersom moet ook kunnen.” En zo geschiedde. Ook al was zij moeilijker terug te vinden, gelukkig had ik Ezrathan. Uiteindelijk heeft hij me gebracht waar ik wilde uitkomen. Hij mag dan metaal smeden, maar als schrijver ben ik degene die het lot smeed.

 

Renascarrh is een verhaal over eenzaamheid en anders zijn, maar ook over een verlangen en de wil om – wanneer het leven daarom vraagt – alles op het spel te zetten. Durf jij te geloven?

 

Voor meer inforamtie over de schrijver klik hier.